Staat van Utrecht 2010
arbeid - werkloosheid
Indicator | werkloosheid | |
Profit | arbeid | |
Eis | De vraag naar en het aanbod van arbeid zijn in evenwicht, kwalitatief en kwantitatief. | |
Kleurcode | green | |
Omschrijving indicator | ||
Deel van de beroepsbevolking dat werkloos is. | ||
Relatie eis | ||
Het werkloosheidpercentage zegt iets over het functioneren van de arbeidsmarkt. Een hoog werkloosheidpercentage duidt er op dat de arbeidsmarkt slecht functioneert. Dat slecht functioneren kan zowel het gevolg zijn van het in kwantitatief opzicht niet op elkaar aansluiten van vraag en aanbod, maar het kan ook betrekking hebben op het in kwalitatief opzicht niet goed op elkaar aansluiten van vraag en aanbod. | ||
Eenheid | percentage | |
(Des)aggregatie | Provincie | |
Weging | 10 | |
Richting | - | |
Norm Rood | > 9% | |
Norm Oranje | 5% - 9% | |
Norm Groen | 1% - 5% | |
Norm Goud | < 1% | |
Data bronnen | CWI/CBS, 2009 | |
Waarde | 4.4 | |
Benchmark | ||
CWI/CBS, 2009 Zeeland: 3,8%, Gelderland: 4,1%, Utrecht 4,4%, Zuid-Holland: 4,6%, Noord-Brabant: 4,8%, Noord-Holland: 4,8%, Overijssel: 5,3%, Friesland: 5,5%, Flevoland: 5,7%, Limburg: 6,2%, Drenthe: 6,5%, Groningen: 6,7% Utrecht 2001: 2,5% Utrecht 2006: 4,3% | ||