Deze indicator geeft zicht op de mate waarin Brabanders actief deelnemen aan culturele uitingen en activiteiten.
Heeft u zichzelf in de afgelopen 12 maanden in uw vrije tijd (dus buiten werk- of schooltijd) bezig gehouden met een van de volgende kunstzinnige activiteiten? Waarna de respondent aan kon geven hoe vaak onderstaande activiteiten het afgelopen jaar zijn beoefend:
Tekenen, schilderen, grafisch werk, beeldhouwen, boetseren, pottenbakken, sieraden maken, werken met textiel (textiele werkvormen), wandkleden maken, weven, zingen, muziekinstrument bespelen, toneel, mime, dansen, cabaret/standup comedian, poppenspel, fotografie/film (geen vakantie- of familiekiekjes), video (geen vakantie- of familiefilmpjes), schrijven van verhalen/gedichten/columns/recensies, maken van radio en/of TV programma’s, muziek maken op de computer, websites ontwerpen
Op basis van bovenstaande vragen is bepaald hoe groot de groep Brabanders is die meer dan gemiddeld actief culturele activiteiten onderneemt. Net als bij de receptieve cultuurdeelname is dit bij de actieve cultuurparticipatie gedaan door eerst per afzonderlijk activiteit het gemiddelde aantal uur per week vast te stellen dat men met die activiteit bezig is. Vervolgens is per activiteit bepaald hoe groot de groep is die meer dan gemiddeld actief met cultuur bezig is. Het gemiddelde van 2007 is hierbij ook voor 2010 (en in de toekomst) de basis om te bepalen of de groep bovengemiddelde actieve cultuurdeelnemers is gegroeid. Een ieder die op één of meerdere activiteiten bovengemiddeld scoort is meegenomen in een nieuwe variabele “meer dan gemiddelde actieve cultuurparticipatie”.
|