Staat van Utrecht 2010
arbeid - moeilijk vervulbare vacatures
Indicator | moeilijk vervulbare vacatures | |
Profit | arbeid | |
Eis | De vraag naar en het aanbod van arbeid zijn in evenwicht, kwalitatief en kwantitatief. | |
Kleurcode | red | |
Omschrijving indicator | ||
Aandeel moeilijk vervulbare vacatures op het totaal aantal vacatures. | ||
Relatie eis | ||
Het aantal vacatures zegt iets over de spanning en de dynamiek op de arbeidsmarkt. Een grote dynamiek hoeft niet per definitie negatief te zijn. Belangrijker is daarom de mate waarin werkgevers moeite hebben met het aantrekken van nieuw personeel, wat tot uiting komt in het aantal moeilijk vervulbare vacatures. Het aandeel moeilijk vervulbare vacatures op het totaal aantal vacatures geeft een indicatie van de spanning op de arbeidsmarkt. In Nederland stijgt het percentage moeilijk vervulbare vacatures op de arbeidsmarkt sinds 2002 gestaag. | ||
Eenheid | percentage | |
(Des)aggregatie | Provincie | |
Weging | 10 | |
Richting | - | |
Norm Rood | > 30% | |
Norm Oranje | 20% - 30% | |
Norm Groen | 10% - 20% | |
Norm Goud | < 10% | |
Data bronnen | CBS, 2008 | |
Waarde | 41.67 | |
Benchmark | ||
CBS, 2008: Nederland 38.8% Zeeland (Prv) 46.5%, Noord-Brabant (Prv) 43.4%, Noord-Holland (Prv) 42.9%,Utrecht (Prv) 41,7%, Gelderland (Prv) 40.2% , Groningen (Prv) 38.9%, Zuid-Holland (Prv) 38.5%, Limburg (Prv) 37.9%, Flevoland (Prv) 34.1%, Friesland (Prv) 31.8%, Drenthe (Prv) 31.6%, Overijssel (Prv) 31.0% Utrecht 2006: 29,9% | ||